1. Lara, je hebt in Wageningen gestudeerd en onder meer in Ede gewerkt. Hoe was die periode in Gelderland?

Fantastisch! Ik kende Bennekom al omdat de familie van mijn vader daar vandaan komt, maar zelf ben ik opgegroeid in Amsterdam. Het eerste wat me opviel toen ik vanuit de stad naar de provincie verhuisde, was dat je de seizoenen er veel meer mee krijgt. Prachtig vond ik dat: de geur van bladeren in de herfst en vlierbloesem in de lente. Alsof je een beetje meer leeft in Gelderland.

Verder vond ik Wageningen eigenlijk heel erg lijken op Amsterdam: je kwam er de hele wereld tegen! Heel gezellig en interessant vond ik dat.

Toen ik aan mijn promotieonderzoek begon verhuisde ik naar een boerderij in het Binnenveld. Daar woonde we met een stel vrienden en zaten we vaak lang te tafelen en bespraken hoe het verder moest met de landbouw. Mooie discussies!

In Ede leerde ik weer heel andere mensen kennen. Collega-ambtenaren uit de buurt, in plaats van studenten. Het was leuk om het Wageningse en het Edese te combineren.

2. Je expertise ligt op het gebied van landbouw- en voedseltransitie en dit combineer je met storytelling. Waarom deze combinatie?

Mijn promotie-onderzoek in Wageningen combineerde ik met werken als voedselbeleidsmaker in Ede. Een ‘buitenpromovenda’ noemen ze dat. In Ede was ik als stagiair als één van de eersten in Nederland begonnen met gemeentelijk voedselbeleid. 

De combinatie van onderzoek van praktijk was daarom altijd heel belangrijk en iets wat wat mij betreft veel meer mag gebeuren. Wat ik meemaakte in de praktijk kon ik direct gebruiken voor mijn onderzoek en andersom. 

Daardoor zag ik ook dat een proefschrift, het boekje dat je uiteindelijk schrijft over je onderzoek, totaal niet zou gaan werken om dat wat ik geleerd had over te brengen aan mijn collega’s. Een proefschrift is lang, in het Engels en staat vol met theorie en jargon. Ik wou dat mijn onderzoek toegankelijk zou zijn voor iedereen en ook echt gebruikt zou worden.

Toen kreeg ik een idee. Ik deed al langer mee met storytelling avonden: verhalen vertellen op een podium. Zou ik onderzoek en verhaal niet kunnen combineren? Ik vertaalde mijn proefschrift naar een sprookje: Sita en de Hamburgeroorlog. Een voorstelling met muziek die ik zelf ging spelen. Zo kon in met kinderen, boeren én wethouders in gesprek over de resultaten van mijn onderzoek!

3. Wat wil je de komende vijf jaar in het Europees Parlement bereiken?

Ik vind het heel erg dat er een tegenstelling is gecreëerd dat we zouden moeten kiezen tussen economie en ecologie. Dat het kiezen is tussen: onze welvaart behouden of onze planeet behouden. Maar dat is niet waar: een schone, sterke economie waar iedereen genoeg heeft, gaat juist heel goed samen met goed voor onze omgeving en ons klimaat zorgen. Ik wil laten dat het wél kan: dat ondernemers en boeren een eerlijk inkomen kunnen verdienen én dat we goed voor de bloemen en de bijen kunnen zorgen.

Daarvoor moeten we in Brussel wel veel eerlijker gaan belonen en beprijzen: het landbouwgeld inzetten (en dat is veel geld!) zodat de vergroener verdient en de vervuiler betaalt. Als tweede hebben we een eerlijk speelveld nodig. De spullen die we in Europa niet produceren omdat ze niet duurzaam, niet diervriendelijk, of niet goed voor arbeiders zijn (zoals eieren uit een legbatterij), moeten we ook niet meer importeren! Dat zorgt nu namelijk voor oneerlijke concurrentie voor onze boeren. Duidelijke duurzaamheidscriteria dus aan de Europese grens, voor product én productieproces. Als laatste hebben we meer een voedselsysteem aanpak nodig, zodat de hele voedselketen verantwoordelijkheid draagt en niet alles op het bordje van de boer komt. Dat zijn bijvoorbeeld ook de supermarkten en de verwerkers. Verder dus met de Europese boer tot bord strategie.

4. Waarom zouden juist mensen uit Gelderland op jou moeten stemmen bij de Europese verkiezingen?

In Brussel wil ik me inzetten voor een voedselsysteem dat weer werkt voor onze boeren en onze omgeving. Zodat we samen weer vooruit kunnen. Want voedsel dat goed is voor onszelf en de planeet is onze eerste levensbehoefte.  

Ik hou me al zo’n tien jaar bezig met beleid voor een duurzamer en gezonder voedselsysteem: moestuinonderwijs voor kinderen, kortere voedselketens tussen boer en consument, en betaalbaar eten in kwetsbare wijken. Daar heb ik op plekken in heel Nederland mee geholpen. Toch komt het altijd weer neer op Brussel: daar worden de belangrijkste beslissingen genomen. Tijd om daar de juiste keuzes te gaan maken.

5. Wat is je favoriete plek in Gelderland?

De bank van mijn oma in Ede. Daar kan ik altijd neerploffen en krijg ik een kopje kaneelthee, de koektrommel én het bonbonschaaltje onder mijn neus. Een stukje voedselsysteem van onschatbare waarde!

Wil je Lara ontmoeten en haar nog meer vragen? Check hier de campagne-activiteiten in Gelderland en kom naar één van de evenementen met Lara (of één van de andere kandidaten).