Dat de wolf terug is op de Veluwe betekent goed nieuws voor onze natuur en biodiversiteit. Maar de wolf blijft niet altijd binnen de grenzen die wij voor de natuur hebben bedacht. Gehouden dieren zijn vaak een makkelijkere prooi voor de wolf dan reeën, herten en zwijnen, en het toenemende aantal wolvenaanvallen maakt dierhouders en inwoners ongerust. Er zijn al preventieve maatregelen om zulke aanvallen te voorkomen, zoals subsidies voor wolfwerende hekken, maar dit is volgens de Wolvencommissie – een adviesorgaan dat provincies helpt met het beheer van wolven en preventie van schade aan vee – niet genoeg.  

In september kwam de commissie met een nieuw advies over hoe deze maatregelen tegen wolvenaanvallen verder versterkt kunnen worden. Volgens hen is het uitbreiden van de budgetten en de subsidies niet genoeg. Bij het plaatsen van de wolfwerende hekken zelf is meer ondersteuning nodig. De Wolvencommissie stelt voor om te beginnen met een driejarige pilot: het Team Veebescherming. Het team, bestaande uit vrijwilligers, zal dierhouders helpen wolfwerende hekken te plaatsen om hen te helpen hun dieren effectief te beschermen. Eenzelfde initiatief was in België al heel succesvol.  

De Provincie moet snel met deze aanbevelingen aan de slag, vinden GroenLinks, PvdA en Volt. Met meer en betere maatregelen leren wolvenroedels op de Veluwe dat gehouden dieren geen alternatief zijn voor het wild op de Veluwe, en dat ze beter op hun eigen jachtgrond kunnen blijven.