Op zaterdag 24 maart 2012 werd in Hotel Bosch een bijeenkomst gehouden voor GroenLinks raadsleden en bestuurders over de Transitie Jeugdzorg. Deze dag moest een antwoord geven op de vraag wat de visie van GroenLinks is op de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten toe, hoe we dat willen invullen en welke stappen we daarvoor moeten zetten.
De bijeenkomst werd goed bezocht door raadsleden uit alle hoeken van Gelderland.
De aftrap werd gegeven door het Statenlid Renske Waardenburg, daarna werd er een filmpje vertoond, waarin een klant aan het woord kwam, in dit geval een ouder. Vervolgens kwamen de hulpverleners, Erica Jonkers (Pactum) en Nic Drion (AMK) aan het woord en dan de beleidsmaker, Jan Wijnia (gemeentesecretaris Heumen). Na de centrale discussie werd er weer terug gekomen bij een klant, een jongere, Michael le Conge, van het jongerenplatform van Bureau JeugdZorg (BJZ).
Opening door Renske Waardenburg, Statenlid
Renske Waardenburg opende de bijeenkomst met een hartelijk welkom. Zij gaf aan dat je eigenlijk niet van transitie moet spreken, maar van transformatie. We moeten duidelijk krijgen als GroenLinks wat onze visie is op de transformatie en in welke stappen dat plaats moet vinden. De overdracht naar de gemeenten vindt in 2016 plaats. Er moet voor gewaakt worden dat niet alles abrupt overgedragen wordt zonder dat er tijd is om het hele proces in goede banen te leiden. We moeten daarom leren van het proces, zoals het bij de WMO gegaan is en de huishoudelijke hulp uit de AWBZ. Dit is niet de enige verandering, want de gemeenten worden ook verantwoordelijk voor een deel van de zorg die nu uit de AWBZ bekostigd wordt, namelijk de begeleiding en de Wet werken naar vermogen.
Zij zei verder dat de provincie besloten heeft om voor 2013 geen bezuinigingen toe te passen op de jeugdzorg. In 2011 gaf de provincie 160 miljoen uit aan jeugd&gezin.
Het gaat hierbij om de jeugdhulpverlening met 9000 meldingen per jaar dat is 30 per week. De jeugdbescherming met 2500 onder toezicht stelling en 500 voogdij. 850 kinderen die met jeugdreclassering te maken hebben en spoedeisende hulp met 2500 serieuze meldingen, dat is 10 per week Verder vallen hier ook het AMK onder en de kindertelefoon.
Als afsluiting van haar inleiding gaf ze aan dat ook de Tweede Kamer met de Staten gaat praten over de overdracht. Op 4 juni is er een bijeenkomst met Tofik Dibi, de landelijk woordvoerder op dit thema.
Filmpje
Na deze inleiding werd een filmpje getoond van een klant, waarin verteld wordt dat menselijkheid in de jeugdzorg uitgangspunt zou moeten zijn.
Erica Jonkers, Pactum
Erica Jonkers haakte, in haar bijdrage, bij het filmpje aan door aan te geven dat de jeugdzorg de mens centraal moet stellen. Pactum ziet de klant als gelijkwaardige partner. De regie moet bij het gezin zelf zijn en je moet uitgaan van de kracht van het gezin. Daarbij moet je ook de dingen die wel goed gaan benadrukken.
Erica werkt in een fasehuis met 7 kinderen tussen de 15 en 19 jaar. Zij biedt de kinderen een zelfstandigheidstraject aan. Pactum biedt ook pleegzorg en ambulante zorg aan aan kinderen onder de 12 jaar. Verder gaf Erica Jonkers aan dat veel jongeren vaak multiproblemen hebben. Pactum heeft ook een leerhuis en begeleid kamerwoonprojecten. Ook begeleiden zij jongeren die uit de gesloten jeugdzorg komen, en jongeren met gedragsproblemen (bv ADHD) en met psychiatrische problematiek.
Zij gaf aan dat de residentiële opvang nu gefinancierd wordt door de provincie en vraagt zich af hoe gemeentes het gaan doen. Hoe zal de financiering geregeld worden, hoe gaan zij centraal zorg inkopen? Gaan de gemeenten sociaal, werk, school en wonen integreren bij de begeleiding van jongeren om zelfstandig een leven te kunnen leiden. Er moet voorkomen worden dat jongeren in de sociale voorziening terecht komen.
Pactum voert zelf al beleid op de komende transitie. Zij ziet zichzelf een rol spelen als hoofdaannemer bij de jeugdzorg. Zij hebben daar al ervaring in bij de provincie Overijssel.
Nic Drion, AMK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling) (onderdeel van bureau jeugdzorg)
In zijn presentatie benadrukte Nic Drion dat de ontwikkeling is om meer van residentieel naar ambulant te gaan. Hij is voorstander van EKC (Eigen Kracht Centrale). De Eigen Kracht Centrale werkt aan een samenleving waarin participatie en samenredzaamheid van burgers centraal staan en waarin burgers de zeggenschap houden over hun eigen leven, zeker in contact met organisaties en overheden.
Residentieel is ongeveer 6 maal zo duur als opvang in een netwerk (€ 60.000,- tegenover € 10.000,- per jaar per jongere). Hij gaf aan dat de bureaucratie veel geld kost. Een indicatiebesluit kost al gauw 6 tot 12 uur.
Hij zei dat ook een groot aantal activiteiten niet door een gemeente opgepakt kan worden, maar dat dat regionaal of via de provincie zou moeten met name als het gaat over pleegzorg (1400 kinderen), spoedzorg (binnen 4 uur), AMK en gezinshuizen.
Hij gaf ook aan dat jeugdzorginstellingen niet betrokken zijn bij de bestuurlijke transformatie bij de gemeente. In ieder geval niet op dot moment, waarbij de argumentatie is dat er dan sprake zou zijn van belangenverstrengeling.
Essentieel vindt hij dat bij de transitie/transformatie centraal moet staan:
• Behoud van kwaliteit en continuïteit voor kinderen
• Met kracht vernieuwen en verbeteren waar nodig
• Samen verantwoordelijk
Jan Wijnia, secretaris gemeente Heumen, belast met de decentralisatie jeugdzorg voor de regio Nijmegen
Jan Wijnia gaf in zijn inleiding aan dat de decentralisatieopdracht gekoppeld is aan een bezuinigingsopdracht. Zorg en welzijn worden voor de gemeente de belangrijkste taken van het gemeentelijk beleid en uitvoering.
Hij zei dat het wetstraject nog moet starten, met onzekerheid over onderdelen van het takenpakket.
De visie die uitgesproken is door de regio Nijmegen voor de transformatie van de jeugdzorg gaat uit van de volgende punten:
- De mensen in hun eigen woonomgeving staan centraal, waarbij we streven naar maximale zelfregie Preventie voor curatie
- en zelfredzaamheid
- We geven ruimte en vertrouwen aan professionals
- Compensatie in plaats van recht op zorg
- Uitvoering zo lokaal, zo licht en zo dichtbij mogelijk
- We werken integraal via het principe ‘één huishouden, één plan’
- Collectief boven individueel
In het proces van transitie moet beleidsvorming en het implementatieproces in de Regio Nijmegen gezamenlijk opgepakt worden: ‘lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal moet’.
Discussie, geleid door Sjaak van ’t Hof, raadslid Arnhem
Sjaak van ’t Hof (raadslid gemeente Arnhem) gaf als discussieleider een eerste aanzet. Hij merkte op dat we vaak praten over in plaats van praten met. Uit de inleidingen blijkt dat samenwerking belangrijk is dat er een casemanager per gezin moet komen. EKC’s worden een goed instrument gevonden en de gemeente moet lokaal doen als het kan en regionaal wat moet. De uitkomst van deze discussie zou aanzetten moeten geven tot een gezamenlijke strategie.
Uit de discussie kwam naar voren dat de instellingen niet als eerste invalshoek meegenomen moeten worden in de discussie. Eerst moet er een community care based visie ontwikkeld worden. In een later stadium moeten er wel degelijk professionals bij betrokken worden, maar dan als individu en niet als vertegenwoordigers van instellingen. Het uitgangspunt moet zijn dat het kind centraal staat.
Gehoord de inleiders is er een grote onzekerheid bij het werkveld. Er moet snel duidelijkheid komen over de visie bij de gemeenten en die visie moet helder gecommuniceerd worden naar het werkveld toe (instellingen en cliëntenorganisaties). We moeten vertrouwen hebben in de professionals. Kennis en knowhow van professionals mag niet verloren gaan. Er moet ook snel duidelijkheid komen anders gaan de professionals weg bij instellingen en dat heeft weer verstrekkende gevolgen voor de cliënten.
Ook de vraag werd gesteld of het huidige tempo hoog genoeg is. Bij de invoering van de WMO is de tijdsdruk het grootste probleem geweest. Het moet allemaal duidelijk zijn voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. Ook het bezuinigingsverhaal moet dan helder op tafel liggen. Het budget dat gedecentraliseerd wordt, moet ook minimaal aan de jeugdzorg worden uitgegeven, ook al is het budget niet geoormerkt. Het budget moet overeind gehouden worden, ondanks de gemeentelijke en Rijksbezuinigingen.
Er is ook sprake is van opwaartse druk. Er zijn namelijk extra middelen nodig om de wachtlijsten weg te werken. Nu is er nog een negen-weken-lijst. Er is ook een groter vraaggroei te constateren met meer multiproblematiek.
Tot op heden heeft de provincie er altijd extra geld bij gedaan, maar dat zal in de toekomst niet meer gebeuren. Er is wel sprake over een ‘warme’ overdracht, maar er is nog geen invulling aan gegeven.
Verder wordt er gewaarschuwd voor het risico dat er te veel nadruk gelegd wordt op preventie in de omgeving onder druk van besparing bij gemeenten. Het zou zeer slecht zijn als er geen opvang meer mogelijk is op een andere locatie. Opvang in is namelijk heel duur en daardoor bestaat het gevaar dat de neiging ontstaat om daarop te bezuinigen.
Er moet ook gewaakt worden dat de drempels niet te hoog worden. Nu is dat vaak ook al het geval bij instellingen. Gemeenten zijn wel al laagdrempeliger dan provincie of Rijk.
Er dreigt ook een groep tussen wal en schip te raken. Namelijk wat doen we met jongeren ouder dan 18 jaar. Het ontbreekt daarbij aan nazorg.
Een gezinsgebonden of kindgebonden budget wordt niet als uitkomst gezien. Er moet meer sprake zijn van een gelabeld traject, waarbij het kind centraal staat: ‘Één kind, één plan’. Uitgangspunt moet zijn dat er een loket Jeugd en Gezin moet komen en het kind een casemanager krijgt (kindmanager).
Bij de overdracht van de dossiers moet ook de persoonsbescherming gewaarborgd worden.
De vraag is ook of het reguliere beleid rond jeugd en gezin wel de allochtone gezinnen bereikt. Er zijn weinig allochtone hulpverleners, waardoor de drempel voor allochtonen ook vergroot wordt. Daar is een rapport over van GroenLinks, ‘Bruggen slaan’.
De vraag ligt er of GroenLinks Gelderland een conferentie wil organiseren met cliënten en werkers in de jeugdzorg een ‘Samen Kracht Conferentie’
Conclusies
Renske Waardenburg, Gelderland, gaf een samenvatting van de discussie. Zij merkte daarbij op dat we nog in een aanloopfase zitten. Verder moeten we proberen onrust te voorkomen, het verder doortrekken dan alleen het bestuurlijke niveau en met name de menselijke kant benadrukken en het kind centraal stellen. Het zou goed zijn om een conferentie te organiseren een. Ook moeten we vertrouwen geven aan de hulpverleners. Onze visie is hetzelfde, maar de vraag is hoe we die gaan vormgeven.