Niet flexibel genoeg
Het traditionele vak van trekkende herder zou gesteund moeten worden met de provinciale subsidieregeling voor natuur en landschapsbeheer (SNL). Een speciale subsidie die via de terreinbeheerders wordt uitgegeven aan doelen voor natuurbeheer. Deze regeling lijkt echter niet te werken.
Op dit moment zijn er nog drie driftschepers in Gelderland. Hun traditionele manier van bedrijfsvoering maakt dat ze minder flexibel zijn, en minder makkelijk hun kudde over grotere afstanden kunnen verplaatsen als er een nieuwe opdracht is.
Driftschepers gaan na de lammertijd in maart/april het veld in met hun kudde inclusief de lammeren en komen eind oktober/begin november weer terug in hun winterverblijf. Dit in tegenstelling tot pastorale kuddes, die vanuit een vaste schaapkooi werken en ieder avond weer terugkomen. De laatste tijd ontstaan er steeds meer graasbedrijven. Dat zijn bedrijven die in te huren zijn, om op een natuurlijke manier, onderhoud te plegen in de natuur. Zij kunnen op verschillende manieren inzet plegen, via gehoede kuddes, kuddes die permanent in een raster staan of kortdurende begrazing.
Een veilige toekomst
In het ronde tafel gesprek kwam naar voren dat de terreinbeheerders eerste prioriteit geven aan doelen voor natuurbeheer en dat die afhankelijk zijn van externe factoren zoals droogte, met als gevolg dat de continuïteit voor de driftschepers niet gegarandeerd is. GroenLinks gaat nu samen met de ChristenUnie en het CDA kijken naar welke andere instrumenten er zijn om de toekomst veilig te stellen voor de driftschepers. Zo wordt er gekeken naar een meer integrale blik in plaats van een focus op alleen natuurbeheer. Hier moet worden gedacht aan bijvoorbeeld immaterieel erfgoed of toerisme. Wordt vervolgd…