Het dreigt weer een bijzonder droog jaar te worden. GroenLinks maakt zich hierover zorgen. Het is noodzakelijk dat overheden in beweging komen en maatregelen gaan nemen die op korte en langere termijn de situatie gaan verbeteren. Hierover stelden we, samen met het CDA, schriftelijke statenvragen aan de verantwoordelijke gedeputeerde. Dit moet leiden tot een actieplan droogte en klimaatadaptatie.

Het jaar 2020 is weer bijzonder droog begonnen. Nu het derde droge jaar op rij is aangebroken moeten we onder ogen zien dat de klimaatverandering ook in de vorm van droogte een aanslag doet op onze omgeving. Dit leidt tot zorgen om onze kwetsbare natuur die al onder druk staat en ook het belang van ons drinkwater speelt mee. Gelderland beschikt over enorme zoetwater­­voorraden, maar die voorraad slinkt. Tijd dus om na te denken over hoe we omgaan met periodes van droogte en periodes van veel water, en hoe we op termijn werken aan klimaatrobuuste watersystemen.

Terwijl we als gevolg van de klimaatverandering vaker te maken krijgen met waterschaarste, wordt verwacht dat het verbruik van water juist zal toenemen. Daarom moet er niet alleen gedacht worden aan zorgvuldig en zuinig waterbeheer, maar ook aan echt structurele veranderingen in het gebruik van land en bodem, bebossing en watergebruik. Daarbij moeten we ook voorbereid zijn op incidentele wateroverschotten, want enorme buien en grote hoeveelheden water in korte tijd zullen eveneens onderdeel van ons klimaat worden.

Dit vraagt om actie vanuit overheden. De provincie Gelderland is al bezig met het veiligstellen van aanvullende strategische voorraden, om in ieder geval voldoende schoon drinkwater beschikbaar te hebben. Met betrekking tot de droogte heeft de provincie een goede partner in de waterschappen. “We willen graag een gestructureerde aanpak zien op dit vlak”, zegt fractievolger Paul Smits, ”en daarom hebben we samen met het CDA schriftelijke vragen gesteld om meer inzicht te krijgen in de problematiek en mogelijkheden, waarbij we vragen om een actieplan droogte en klimaatadaptatie.”