Nelson Verheul is voorzitter van de GroenLinks-fractie in de Provinciale Staten. In zijn portefeuille zit onder andere het vluchtelingenvraagstuk. ‘Dit is een onderwerp dat raakt aan alle waarden van onze democratie en dat mij bovendien persoonlijk raakt. Door de continue nadruk op afkomst, voel ik me steeds meer een buitenlander.’
‘Voordat mensen denken dat ik het allemaal somber inzie: ik ben voor alles hoopvol én trots op GroenLinks. Op het feit dat wij als partij het genuanceerde, grote en ingewikkelde verhaal blijven vertellen. Een verhaal dat we – ondanks haar complexiteit - steeds terug weten te brengen tot de kern: dat het allemaal draait om mensen. Mensen die alle hoop verloren zijn en hun land ontvluchten. Dan is het je taak als rijke, westerse samenleving om hen op te vangen en alles te doen om zo’n humanitaire crisis op te lossen. En ja, dat mag wat kosten. Want let op: we geven nog altijd slechts 0,7% van onze begroting uit aan ontwikkelingshulp. En uit dat kleine budget betalen we ook nog de kosten voor vluchtelingenopvang.’
Integriteit van de politiek
Naast die trots zijn er zorgen. Nelson maakt zich druk om het steeds grotere gebrek aan integriteit in de politiek: ‘Er is in het debat bedroevend weinig ruimte voor feiten, met name bij vraagstukken als energie, klimaat en ook rond vluchtelingen. Kijk bijvoorbeeld naar het drama in Keulen. Er wordt direct gewezen naar de vluchtelingen, zonder te weten wat er precies aan de hand is. Dat is kwalijk. GroenLinks is een van de weinige partijen die eerst precies wil weten hoe het zit. Als je zeker weet waar het over gaat, ga je het debat aan. Dat is niet wegkijken, zoals sommigen het noemen, maar integer politiek bedrijven.’ Nelson maakt zich ook zorgen om de veiligheid van raadsleden die wel opkomen voor vluchtelingen. Als raadsleden zich bedreigd voelen, kunnen ze niet in vrijheid spreken. Vrijheid om te spreken: dat is het fundament van de democratie.’
Persoonlijk
Het huidige debat over vluchtelingen wakkert volgens Nelson de sluimerende xenofobie verder aan: ‘Door die continue nadruk op iemands afkomst, ga ook ik me steeds meer een buitenlander voelen. Ik ben geadopteerd, maar was oud genoeg om het verschil tussen arm en rijk bewust mee te maken. En om discriminatie te ervaren. Ik ben geen moslim, maar wil opkomen voor iemand die oprecht zijn cultuur en geloof wil behouden en daarom wordt aangevallen. In onze samenleving is plaats voor verschillende culturen met behoud van de eigenheid van de Nederlandse cultuur. Gelijke rechten en respect voor ieder mens, ongeacht zijn afkomst, zijn belangrijke waarden. Ook voor mij persoonlijk. Ik wil dat niemand gekwetst wordt.’