Janet Duursma

De provincie moet fors investeren in boeren die natuur-inclusief willen werken. Dus eerlijke aandacht voor landbouw én een flink herstel van biodiversiteit. Voor deze landbouwtransitie trekt GroenLinks 280 miljoen uit.

 

Het gaat slecht met de biodiversiteit én slecht met de landbouw in Gelderland. Meer dan de helft van de insectensoorten is in 20 jaar verdwenen en meer dan de helft van de boeren ook. Maandelijks stoppen er 40 boerenbedrijven. Landbouwbedrijven voelen zich gedwongen uit te breiden, schadelijke bestrijdingsmiddelen te gebruiken, zitten met mestoverschotten en met uitstoot van stikstof. Daardoor neemt de diversiteit van planten, bloemen, insecten en vogels nog verder af. Dit is bedreigend voor de Gelderse land- en tuinbouw en daarmee voor de mens zelf. De provincie kan en moet zorgen dat dit stopt.

 

Natuur-inclusief: óók goed voor de boer

Natuur-inclusieve landbouw maakt in de bedrijfsvoering optimaal gebruik van de natuurlijke processen. Dat begint bij een gezonde bodem en productie van voedsel binnen de grenzen van de natuur, milieu en leefomgeving en met positieve effecten op de biodiversiteit en het klimaat. Deze landbouw draagt bij aan herstel en versterking van natuurgebieden en landschappen, zodat plant- en diersoorten en de insectenstand kunnen herstellen. Het stimuleert ook het landbouwonderwijs, leveranciers en afnemers om hierin een stap te maken. Met andere kleinschalige nevenactiviteiten versterkt het de leefbaarheid op het platteland. Zulke landbouw biedt wél kansen aan agrariërs en hun gezinnen in Gelderland.

 

Niet hinderen maar steunen

Steeds meer boerenbedrijven staan open voor deze verandering, maar het systeem van regels en financiering staat dit in de weg. Voorlopers worden gehinderd door de bestaande regels. Terwijl ze juist krachtige steun verdienen en experimenteerruimte nodig hebben. GroenLinks wil die groep boeren juist veel groter maken en voorkomen dat achterblijvers milieu- en gezondheidseffecten afwentelen op de samenleving. Voor de overleving van de soorten en de mooie natuur, ons platteland en de landbouw zelf hebben we de boeren keihard nodig.

 

Dit kunnen we doen met 280 miljoen

Concreet willen we de volgende maatregelen nemen:

  • Een landbouwtransitiefonds van 150 miljoen voor boeren die kiezen voor omschakeling naar natuur inclusieve landbouw of verbreding met nevenfuncties als landschapsherstel, natuureducatie, energieopwekking, lokale afzet van hun producten, fietsknooppunt, B&B, andere vormen van kleinschalig toerisme of zorgfunctie;
  • Duidelijke regelgeving, voorlichting, ondersteuning, stimulans en handhaving, waarvoor we 90 miljoen uittrekken, gericht op:
  1. Minder uitstoot van stikstof en uitbannen van gezondheidsrisico's;
  2. Dierenwelzijn in pluimvee-, geiten- en varkenshouderij;
  3. Melkveehouderijen met weidegang en gevarieerd weidebeheer;
  4. Ecologische gewasbescherming in plaats van schadelijke bestrijdingsmiddelen;
  5. Aanleg en onderhoud van landschapselementen zoals bosschages, houtwallen, elzensingels en bloeiende akkerranden;
  6. Lokale afzet uit en educatie over natuur-inclusieve landbouw.
  • Ondersteuning van kennis, dialoog en experimenteermogelijkheden, met 40 miljoen, op het gebied van natuur-inclusieve landbouw en kansrijke verdienmodellen, ook gericht op betere landelijke regelgeving.

 

De provincie moet samen met de Gelderse boeren investeren in de landbouwtransitie. Dat is voor alle Gelderlanders van belang, omdat het zorgt voor biodiversiteit en leefbaarheid. Daarom zijn we enorm bij met het actieplan van de Gelderse natuur- en landbouworganisaties samen. Wij vragen de boeren om mee te doen met het verduurzamen van de samenleving. En zij verdienen daarvoor onze ruimhartige steun.

 

Janet Duursma is lijsttrekker van GroenLinks in Gelderland.