Na het vertrek van René Kortooms als Statenlid in oktober vorig jaar is Unal Sözen doorgeschoven en ben ik formeel benoemd in de daardoor vrijgekomen functie van Statenvolger. Dit houdt in dat je geen Statenlid bent, maar wel meedraait in een aantal commissies van Provinciale Staten. Onze fractie mag twee Statenvolgers aanwijzen.
Omdat ik al vanaf de start van de huidige Statenfractie actief meedoe aan fractievergaderingen, is de overstap op inhoudelijke gronden niet zo groot. Wel moet ik me nu nog beter voorbereiden op de onderwerpen die in de commissies worden besproken. Ik doe mee in de commissies Landelijk gebied en water en Mobiliteit en economische zaken.
Tot nu toe heb ik veel aardige en leerzame ervaringen opgedaan. Eén daarvan is dat een agenda van een vergadering meestal een veelheid bespreekpunten bevat. Opvallend is dat de meeste commissieleden een grote drang hebben hun zegje te doen. Dat leidt dan regelmatig tot lange discussies. Soms is het nodig om als GroenLinks stevig aan zo’n debat mee te doen, maar even vaak is het voldoende je te beperken tot hoofdlijnen.
Meedoen aan werkbezoeken levert veel nuttige informatie op. Ik probeer ook daar selectief te werken. Het is heel informatief om ter plaatse een situatie in ogenschouw te nemen en je mening te vormen: ‘één beeld zegt meer dan duizend woorden’.
Een andere ervaring is het meemaken van een zogenaamd burgerinitiatief. Onderwerp was de beoogde komst van megastallen in daarvoor aangewezen landbouwontwikkelingsgebieden in de Achterhoek. Dan wordt duidelijk wat de kracht is van een democratisch proces. Mensen die gebruik maken van de mogelijkheid om op een krachtige wijze in te spreken en de Staten onder druk kunnen zetten. Spannend is het om in dit proces de rol van de Staten te zien als afweger van het algemeen belang.
Kortom: ik ben voorlopig nog niet uitgekeken!
Lees verder: halverwege Dick van Duren