Tekst uitgesproken door fractievoorzitter Janet Duursma bij de Perspectiefnota 2021 in de Statenvergadering van 8 juli 2020.

Voorzitter, collega-Statenleden, Gedeputeerde Staten en overige toehoorders,

Vandaag bespreken we de perspectiefnota en houden we onze Algemene Beschouwingen. Ik zal eerst kort stilstaan bij de perspectiefnota. Omdat we de oordeelsvormende vergadering niet overnieuw willen doen, beperken we ons tot drie dingen waar we als GroenLinks blij mee zijn namelijk het herstel van Natura2000-gebieden, meer aandacht voor circulaire economie en de landbouwtransitie. Aansluitend volgt onze inbreng voor de Algemene Beschouwingen.

De perspectiefnota

GroenLinks benadrukt de noodzaak van het herstel van de natura2000-gebieden en is van mening dat er meer natuur bij moet komen. Daarom investeren we onder andere in uitbreiding van het bosareaal en in meer natuureducatie. De grotere aandacht voor natuur is een goede en belangrijke stap voor GroenLinks.

De drukte in de natuur heeft ook onze aandacht. GroenLinks maakt zich sterk voor zonering. Met plekken waar we kunnen recreëren, maar ook met plekken waar de natuur ruimte krijgt.

De circulaire economie geniet ook meer aandacht. Zo geldt nu dat bedrijven die al plannen hebben om te besparen op grondstoffen, CO2 en stikstof actief ondersteund worden. Dat is een keuze die GroenLinks onderschrijft.

De landbouwtransitie krijgt nu ook vorm. Het is goed dat daarbij gekeken wordt naar de hele keten. Fair pricing maakt daar onderdeel van uit. In dit verband kijken we ook uit naar de effecten van de keukentafelgesprekken.

We onderschrijven dat het geld dat beschikbaar komt voor de landbouwtransitie wordt toegekend op basis van de mate waarin bijgedragen wordt aan de gestelde maatschappelijke doelen.

De Algemene Beschouwingen

Dan wil ik overgaan naar de Algemene Beschouwingen.

Het is al meer genoemd. Vorig jaar hadden we ‘plotseling’ een stikstofcrisis. Ik zet plotseling tussen haakjes, we weten immers al veertig jaar dat we een veel te hoge stikstofuitstoot hebben. Maar goed, vorig jaar werd de stikstofcrisis onder ogen gezien. En nu zitten we middenin de Covid-pandemie. Maar wat nu, als je een crisis ziet aankomen?

Op de Noordpool meten we tropische temperaturen, in Nederland hebben we te maken met grote droogte en extreme neerslag.

We staan op een kantelpunt. We moeten nu verantwoordelijkheid nemen.

Voorzitter, GroenLinks roept daarom op tot de anderhalve-graad-samenleving. Een samenleving waar we alles op alles zetten om de Parijs-doelen te halen.

En uiteraard steunen de klimaatsceptici ons niet. Maar graag wijs ik u erop dat meer dan 99% van de wetenschap de klimaatsceptici niet steunt. We hebben het al eerder gezegd: als u een wortelkanaalbehandeling moet, vaart u dan op de wetenschap of niet? Als u een ernstige ziekte hebt, vaart u dan op de wetenschap of niet?

Voorzitter, I rest my case.

De rechtse partijen benadrukken vaak dat we eerst uit de crisis moeten komen voor we iets aan het klimaat kunnen doen. Néé! Juist partijen die hun vertrouwen stellen in de markt weten hoe de Nederlandse gemengde markteconomie werkt. Dat betekent marktwerking waar dat kan, maar óók een overheid die corrigeert waar nodig.

Daarom pleit GroenLinks voor de anderhalve-graad-samenleving. Want wanneer we de klimaatdoelen niet halen, krijgen we een afwenteling van kosten op toekomstige generaties. Ik kan me niet voorstellen dat partijen, links of rechts, dat acceptabel vinden. Bovendien zullen de kosten dan vele malen hoger zijn. We zien nu al toename van schadeclaims als gevolg van hevige neerslag. Dus juist hier moet de overheid haar rol pakken en de markt corrigeren.

Tot slot wil ik het met u hebben over de toenemende druk op de ruimte.

We moeten meer doen aan natuur. Vorig jaar had ik het met u over de voorruit van de auto. En dat je, als je bv. op familiebezoek gaat elders in het land, tegenwoordig je voorruit niet meer schoon hoeft te maken. Dit is illustratief voor de drastische afname van insecten. We móeten meer doen om de biodiversiteit te herstellen.

We hebben ook dringend behoefte aan woningen. Ook dat doet een beroep op de ruimte. En ook voor de opwekking van schone energie is ruimte nodig. Kortom, vele doelen leggen druk op de beperkte ruimte die we hebben.

Deze toenemende druk kan alleen opgelost worden door de ruimte integraal te benutten. Dat kunnen we doen door te kiezen voor de anderhalve-graad-samenleving. Waarin we met ons ruimtegebruik meerdere doelen dienen. Bijvoorbeeld met klimaatadaptieve wijken, waar water opgevangen wordt door groene daken, met straten die volop groen bevatten, zodat er bijenlinten ontstaan en waar volop gespeeld en gerecreëerd kan worden omdat de auto of de bus slechts tot aan de rand van de wijk komt. Door de vele opgaven integraal aan te pakken kunnen we een oplossing bieden aan de veelheid van vraagstukken.

Voorzitter,

Besturen is verantwoordelijkheid nemen. De politiek is er om problemen op te lossen.

De vraag is: kiezen we voor de anderhalve-graad-samenleving of schuiven we onze kosten door naar een volgende generatie? Kiezen we nu voor een effectief klimaatbeleid of wachten we tot het water aan onze lippen staat, met navenant hogere kosten?

De klimaatcrisis is er één die we zien aankomen.

Laten we nu kiezen nu voor maximaal anderhalve graad, want straks is het te laat.

Janet Duursma, 8 juli 2020