Vooral waar veel koeien dichtbij natuurgebieden staan, hebben we een probleem. Maar boeren kunnen de natuur juist goed helpen. Door minder koeien te houden en anders met hun weilanden en akkers om te gaan. Zodat de bodem weer gezond wordt en er groenten en kruiden kunnen groeien. Daar komen dan ook weer meer insecten en andere diertjes op af. Meer leven dus. En meer gezond voedsel. Maar boeren moeten daarbij wel goed geholpen worden, ook met geld. En ook boeren die willen stoppen moeten financieel geholpen worden. 

  • We verbreden het spectrum aan ondersteuning voor boeren door een provinciaal transitiefonds op te zetten dat aanvullend is op landelijke middelen. Naast financiële ondersteuning, bieden we boeren ook juridische en sociale ondersteuning. Boeren kunnen via dit fonds kijken naar nieuwe vormen van landbouw of nieuwe netwerken aanboren. 

  • We nemen die maatregelen die het snelste het meeste effect sorteren in de meest kwetsbare gebieden. Binnen Natura 2000-gebieden laten wij alleen natuurinclusieve landbouw toe. Een deel van het stamkapitaal gebruiken wij voor het opkopen van landbouwgronden rondom de meest kwetsbare Natura 2000-gebieden. Deze investering verdienen we op termijn terug met het verpachten van (delen van) diezelfde grond onder de voorwaarde van natuurinclusieve exploitatie. 

  • We maken ons sterk voor natuurinclusieve landbouw – gemengd bedrijf of coöperatieve tuinbouw. Daarmee dienen we een goede bodemkwaliteit, verbetering van de leefomgeving en biodiversiteit en de productie van gezond voedsel in kortere ketens tussen producent en consument. Ook bevorderen we zo de interesse en betrokkenheid van de consument bij de productie van voedsel. 

  • Alle veeteelt wordt volledig grondgebonden, het voer voor de dieren is afkomstig van nabijgelegen akkers en (natuur-) graslanden of bestaat uit reststromen uit Nederland; boerenbedrijven produceren niet meer mest dan zij op (nabijgelegen) akkers en weiden mogen verspreiden. We willen minder mest beter gebruiken, door bijvoorbeeld veilige recycling van nutriënten uit rioolwater. 

  • Natuurinclusieve landbouw voldoet volgens GroenLinks aan de volgende voorwaarden: vermindering van het gebruik van kunstmest en landbouwgif, lichtere landbouwmachines, meer gewasrotatie, minder landbouwdieren en een dieet met minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten. 

  • We werken toe naar een landbouw die alleen grond voor veeteelt gebruikt als deze niet geschikt is voor de teelt van voedselgewassen; naast gras en kruiden uit de weide zet het vee ook reststromen uit de landbouw en de voedselindustrie om in voedsel dat mensen kunnen verteren. Om verspilling te voorkomen zorgen we ervoor dat deze reststromen zo klein mogelijk gehouden worden. We willen kruidenrijke weilanden en de terugkeer van heggen en houtwallen ter verhoging van de biodiversiteit. 

  • De provincie bevordert korte voedselketens (met natuurinclusieve landbouw) om een lokale economie te stimuleren en ook gezond gedrag te bevorderen.  

  • De provincie ondersteunt de eiwittransitie, waarbij de consumptie van vlees en zuivel wordt teruggedrongen ten gunste van gezond en smakelijk plantaardig voedsel.